Eind 1892 spreekt Camille Claudel de veelzeggende woorden uit: Je travaille maintenant pour moi. Haar besluit staat vast, ze wenst niet langer leerling en medewerker te zijn in het atelier van Auguste Rodin en al haar creativiteit te gebruiken om zijn oeuvre te vergroten. Ze wil haar eigen pad bewandelen, haar eigen beelden creëren, haar eigen ideeën uitwerken, haar eigen leven leiden …… Het contact met Rodin verbreekt zij overigens niet volledig. Pas in 1899 weigert ze hem nog verder te ontmoeten. Het is belangrijk te beseffen dat zij hem verlaat en niet andersom.
Medio april 1892 was Camille vertrokken naar Château de l’Islette, op een steenworp afstand van Azay-le-Rideau. Uit brieven blijkt dat zij alleen is en pas eind oktober weer terug is in Parijs. Het kasteel kent zij al enige tijd. Samen met Rodin is zij hier al verschillende keren geweest en ook na 1892 zal zij deze plek nog bezoeken. Tijdens haar lange verblijf in 1892 creëert Camille een van haar meest belangrijke kunstwerken: La petite châteleine. In de daarop volgende jaren maakt zij vele variaties op dit kleine kasteelmeisje, dat onder verschillende titels zal worden geëxposeerd op diverse Salons en tentoonstellingen. Het geheim van La petite châtelaine zal ik zeker onthullen in mijn biografie.
Sinds 2010 is het kasteel in de zomermaanden open voor publiek. In augustus 2012 heb ik het zelf bezocht. In mijn boek zal ik dit bezoek uitvoerig beschrijven.
Het model voor La petite châteleine is Marguerite Boyer, kleindochter van Madame Courcelles (destijds eigenaresse van Château de l’Islette). Volgens de erfgenamen van het model begonnen de poseer-sessies in september 1892, Marguerite was toen ongeveer 6 jaar oud. In een brief aan broer Paul uit december 1893 spreekt Camille voor het eerst over dit beeld: Naar de Salon in Brussel stuur ik […] het meisje van l’Islette. Op ‘La Libre Esthétique’ in 1894 is het beeld geëxposeerd als Contemplation. In hetzelfde jaar verscheen het ook op de ‘Societé Nationale de Paris’ als Portrait d’une petite châtelaine.
In 1895 heeft Camille drie verschillende marmeren versies gemaakt en in 1896 nog een vierde met losse haren. Daarnaast zijn er vele gipsen, bronzen en terracotta beelden bekend van dit meisje. De titels variëren La petite châteleine, Contemplation, Jeanne enfant, Aurora. Wie het oeuvre van Camille Claudel nauwkeurig bekijkt, ontdekt dat er nog veel echo’s van het kleine kasteelmeisje te herkennen zijn.
Het beeld van het kleine kasteelmeisje heeft de afgelopen jaren veel mensen ertoe gebracht om te veronderstellen dat Camille hiermee haar dochter heeft weergegeven. Het zou een mogelijkheid zijn. Een kunstwerk weerspiegelt immers de belevingswereld van de kunstenaar. En met zekerheid kunnen we stellen dat La petite châteleine belangrijk is geweest voor Camille, gezien het aantal beelden dat zij van dit meisje heeft gemaakt. Daarnaast is het zeker niet vreemd te veronderstellen dat Camille zwanger is geweest van Rodin. Het is zeer aannemelijk dat dit zelfs meerdere keren is gebeurd, waarbij we ook niet voldragen zwangerschappen in ogenschouw moeten nemen. Er is een foto bekend waarop Camille zichtbaar zwanger is. Deze foto dateert uit ca. 1886. Als dit kind levend geboren is, zou het in 1892 inderdaad 6 jaar geweest zijn. De kans is groot dat Camille het kind heeft moeten afstaan. Maar is het mogelijk dat Camille na al die jaren haar kind opnieuw voor ogen krijgt en haar zelfs (meerdere keren) kan weergeven in alle materialen die haar ter beschikking staan? Of is het slechts de gedachte aan haar kind, een gedachte die opkomt bij het zien van Marguerite Boyer omdat zij net zo oud is als haar dochter geweest zou zijn…….
Het is intrigerend om in dit kader Rodins woorden uit 1898 te lezen Je lui ai montré où elle trouverait de l’or mais l’or que’elle trouve est bien à elle. Over welk ‘goud’ spreekt Rodin? Zou La petite châteleine gerelateerd kunnen worden aan haar vertrek bij Rodin? Het is duidelijk geen beeld dat enige verwantschap heeft met Rodins oeuvre. Het is Camille’s eigen meesterwerk, in alle opzichten!
Je travaille maintenant pour moi.
© 2013 Karin Haanappel