Na meer dan 100 jaar teruggevonden !

Gisteren (12 december 2024) gaf ik een online lezing over 160 jaar Camille Claudel (ruim 3,5 uur) en daar sprak ik voor het eerst openlijk over de man die Paul Claudel onder druk kon zetten omdat hij zijn geheim kende. Na de internering van Camille in maart 1913 heeft deze man zich ontfermd over heel veel van haar kunstwerken. Paul die de wereld vertelde dat zijn zus alles vernietigd had …. nee dus! Ook hijzelf en zijn zus Louise hebben werken van Camille in huis gehaald. Maar de meeste werken stonden in de Salon van Philippe Berthelot (1866-1934). Het wordt tijd dat alle doofpot affaires aan het licht komen, zo ook deze.

Vandaag bereikte mij het bericht dat gisteren in Frankrijk wereldkundig werd gemaakt. Een paar weken geleden is door Matthieu Semont (veilingmeester van Philocale) in een leegstaand appartement, aan de voet van de Eiffeltoren, een bronzen gietsel ontdekt van L’Âge Mûr (De Rijpe Leeftijd) met de signatuur van Camille Claudel erop. Haar galeriehouder Eugène Blot heeft in 1907 dit eerste exemplaar laten gieten en het in 1908 geëxposeerd. Daarna ontbreekt ieder spoor ….

In de papieren van Blot staat vermeld dat hij in totaal 6 bronzen heeft laten gieten. In Musée Camille Claudel staat nummer 3 (uit de verzameling van Reine Marie Paris) en in Musée Rodin staat een gietsel uit 1913 dat zonder toestemming van Camille is gegoten (in opdracht van Philippe Berthelot). In 1952 is dit ongenummerde exemplaar door Paul Claudel aan Musée Rodin geschonken. Berthelot wilde nog een exemplaar van dit meesterwerk en had blijkbaar de macht om dit ongehinderd en ongestraft te doen. Het is voor Claudel experts altijd een raadsel geweest hoe hij het heeft laten gieten omdat Blot, die de rechten had, hier nooit toestemming voor zou geven.

Le temps remettra tout en place …

En dan vraag je je af wat dit prachtige, originele, eerste brons van L’Âge Mûr doet onder een laken op een houten kast in een appartement dat de afgelopen 15 jaar niet is betreden. Het exemplaar is puntgaaf en kan heel goed gebruikt zijn voor het illegale gietsel van Berthelot dat nu een zaal van Musée Rodin siert. Ach, het past daar ook wel aangezien Rodin heel veel werk van Camille Claudel heeft geconfisqueerd, maar daar ga ik nu niet over uitwijden.

Het allereerste bronzen exemplaar van L’Âge Mûr wordt in februari 2025 geveild in Orléans en heeft een waarde van 1,5 tot 2 miljoen euro. Hoewel enkele Franse musea interesse hebben, is de kans niet groot dat de Franse staat financieel zal bijspringen. Er zijn immers al twee musea met een exemplaar van dit werk. Ondanks dat de eerste natuurlijk altijd het meest waardevol is. Deskundige Alexandre Lacroix roept na een eerste expertise vol bewondering uit: “Dit beeldhouwwerk is een meesterwerk uit de gieterij. Eugène Blot bereikt hier een prestatie door gebruik te maken van zandgieten, een techniek die doorgaans voorbehouden is aan eenvoudige vormen. Het is een object van grote luxe, een dik, zwaar gietijzer dat geen fouten vertoont. Ze moesten verschillende pogingen ondernemen om een ​​dergelijk resultaat te bereiken. Dit was extreem kostbaar werk.

Justice pour Camille Claudel !!!

Camille walgde van Berthelot en heeft haar broer Paul regelmatig geschreven vanuit de inrichting. Ze wist dat Berthelot zijn hand op haar werken had gelegd. Maar de afgelopen decennia hebben de meeste kunsthistorici dit soort uitspraken van Camille Claudel als ‘wanen’ bestempeld.

Wat verheug ik mij erop om weer, samen met Camille, aan haar biografie te werken! Eerst ‘even’ mijn boek Het Parijs van Isis afronden. Wordt vervolgd. Vive Camille en natuurlijk herschrijven we de iconologie want daar klopt ook niets van, Paul heeft er een potje van gemaakt. Uiteraard komt dit allemaal uitgebreid aan bod in de biografie Camille Claudel statuaire (verschijnt niet voor 2026).

© Karin Haanappel | 13 december 2024
www.camilleclaudelstatuaire.nl