Camille Claudel (1864-1943)         

Ruim dertig jaar geleden begon mijn zoektocht naar de vrouwelijke kunstenaar over wie ik mijn doctoraalscriptie wilde schrijven. Op een zaterdag in mei 1993 heb ik haar gevonden. Of beter gezegd, zij vond mij. Het was liefde op het eerste gezicht en het begin van een onverbrekelijke verbintenis die alle dimensies overstijgt.

Zoektocht naar een getalenteerde kunstenares
Van 1990 tot 1994 studeerde ik Kunstgeschiedenis en Algemene Letteren aan de Universiteit Utrecht. Omdat ik tijdens mijn colleges ontdekte dat onze geschiedenis uitsluitend gericht is op het talent van mannen en hun heldendaden besloot ik daar verandering in aan te brengen. Ik wilde een getalenteerde vrouw voor het voetlicht plaatsen en mijn doctoraalscriptie voor beide studies aan haar opdragen. Om mijn queeste naar deze ultieme vrouw enigszins af te bakenen, besloot ik naar Parijs te gaan en me te richten op de tijd van het Fin-de-Siècle. Na een week struinen door diverse musea, archieven en bibliotheken kwam ik weliswaar heel veel getalenteerde vrouwen op het spoor, maar die ene ultieme had zich nog niet aangediend. Om mijn zinnen te verzetten, besloot ik op mijn laatste dag in Parijs de zoektocht even los te laten en Musée Rodin te bezoeken. Tijdens de colleges kunstgeschiedenis was Auguste Rodin (1840-1917) regelmatig ter sprake gebracht als vader van de moderne beeldhouwkunst, waardoor ik benieuwd was naar zijn monumentale sculpturen. Musée Rodin is sinds augustus 1919 gehuisvest in het achttiende-eeuwse Hôtel de Biron. Vanaf 1908 tot zijn dood in 1917 heeft Rodin dit huis gebruikt als atelier.

Liefde op het eerste gezicht
De prachtige tuin is een oase van rust te midden van de drukke stad. Op mijn gemak slenter ik die ochtend in mei 1993 door zijn tuin en ontwaar onder andere La Porte de l’Enfer, Les Bourgeois de Calais en Le Penseur. In het echt zijn deze beelden nog imposanter dan op foto’s. Ik ben onder de indruk van de monumentaliteit en de expressie van Rodins werk. Wanneer ik het oude Hôtel binnenloop, is het alsof de tijd stilstaat. Dromerig loop ik door de verschillende zalen en geniet van de fraaie werken. Tot ik plotseling oog in oog sta met beelden die zo totaal anders zijn dan alle voorgaande. Ik sta aan de grond genageld en kan mijn ogen er niet vanaf houden. Deze sculpturen zijn zo sierlijk, fragiel en kwetsbaar, maar tegelijkertijd zo krachtig. De beelden lijken wel bezield. De zon, die door de ramen naar binnen schijnt, geeft ze nog een extra schittering. Deze sculpturen kunnen niet van Rodin zijn! Ik vraag me af wiens handen deze werken gecreëerd hebben? De zaaltekst geeft antwoord. Camille Claudel. Een vrouw. Een beeldhouwster?! Ik heb nog nooit van haar gehoord, maar weet dat mijn afstudeeronderwerp zich aan mij heeft geopenbaard. Toeval bestaat niet, het valt je toe, op de meest onverwachte momenten. De beelden van Camille Claudel raken mij diep, maar wat doen haar werken in Musée Rodin? Wanneer ik de zaaltekst doorlees, kom ik erachter dat zij een leerling van Rodin is geweest. Op uitdrukkelijke wens van Le Maître is er in zijn museum een aparte zaal aan haar oeuvre gewijd. Ik wil meer over haar weten, over deze vrouw, deze geniale beeldhouwster die luisterde naar de onzijdige voornaam Camille. Omdat Musée Rodin geen literatuur over haar heeft, zit er niets anders op dan het museum te verlaten en op zoek te gaan naar een boekwinkel. Mijn hoop is gevestigd op de boekwinkels aan de Boulevard Saint Germain. En het geluk is met mij, want opeens zie ik de voorkant van een boek met de titel ‘Dossier Camille Claudel’. Een dag eerder had ik nog nooit van haar gehoord en nu betekent zij alles voor mij. Het boek telt 518 pagina’s en is geschreven door Jacques Cassar. Het onderzoek voor mijn doctoraalscriptie kan beginnen. Ik zal in de voetsporen treden van Camille Claudel, me in haar leven en oeuvre verdiepen, alles opgraven wat in de vergetelheid is geraakt en haar naam zuiveren van alle aangenomen waarheden. Bovenal wil ik zorgen dat zij haar rechtmatige positie (terug)krijgt in de wereld van de kunsten en daarbuiten.

Camilles relatie met Rodin
Al snel kom ik erachter dat Camille Claudel ruim tien jaar met Auguste Rodin heeft samengewerkt, als zijn rechterhand en zijn muze. Ze heeft zelfs enkele jaren een onstuimige relatie met hem gehad. In 1892 verlaat zij zijn atelier om zelfstandig verder te gaan. Aanvankelijk hebben ze nog contact met elkaar, maar na verloop van tijd wil Camille niets meer van Le Maître weten. Hij raakt gefrustreerd doordat met haar ook zijn inspiratie vertrokken is. Ondanks zijn toenemende bekendheid en de atelier medewerkers die hem bijstaan, stagneert zijn eigen creatieproces.

Confrontatie met vrouwenhaat
Camille is succesvol, maar de tijd zit haar niet mee. Een talentvolle vrouw die een eigen carrière nastreeft, wordt niet geapprecieerd in de negentiende eeuw. Immers, een vrouw uit de gegoede burgerij heeft geen beroep; zij moet trouwen, kinderen krijgen en in de huiselijke sfeer verblijven. Camille Claudel houdt zich niet aan deze burgerlijke moraal. Zij streeft een carrière als statuaire (beeldhouwer) na en trouwt niet. Met veel pijn en moeite lukt het haar succesvol te zijn in het misogyne Fin-de-Siècle, ondanks het feit dat zij beduidend minder verdient dan haar mannelijke collega’s. Het is een zwaar bestaan om als zelfstandige vrouw te opereren in een kunstwereld waar alleen plaats is voor mannelijk talent, vooral als je te maken krijgt met vernielingen en mishandelingen. Bovendien worden alleenstaande, werkende vrouwen – in de tweede helft van de negentiende eeuw – vaak aangezien voor publieke vrouwen. Camille wil daar niets mee te maken hebben, kunst is haar enige passie. Ze begeeft zich zo min mogelijk op straat en het uitgaansleven laat zij bewust links liggen. Echter, in een stad als Parijs floreren de lichte zeden en wordt er al snel schande gesproken over vrouwen die zich niet gedragen volgens de kleinburgerlijke moraal. Haar broer Paul streeft een diplomatieke en literaire carrière na en kan zich geen excentrieke zuster permitteren.

Camille wordt krankzinnig verklaard
In 1913, daags na het overlijden van hun vader, zorgt haar broer ervoor dat zijn zus krankzinnig wordt verklaard. Op 10 maart 1913 wordt Camille opgesloten in een psychiatrische inrichting. Dertig lange en eenzame jaren van gevangenschap volgen, totdat zij op 19 oktober 1943 haar laatste adem uitblaast. In de kunstwereld is men haar naam allang vergeten en staat ze volledig in de schaduw van Rodin en haar broer Paul, die na haar internering niet alleen ambassadeur van Frankrijk is geworden, maar ook een succesvol dichter.

In 1994 studeer ik af aan de Universiteit Utrecht, als eerste in Nederland, op het oeuvre van Camille Claudel en heb de intentie om mijn scriptie ‘Camille Claudel, l’or qu’elle trouve’ (Camille Claudel, het goud dat zij vindt) uit te werken tot een publicatie. Eerst haal ik mijn eerstegraads lesbevoegdheid en ga kunstgeschiedenis doceren. Naast mijn werk als docent start ik een onderzoek naar de vergeten vrouwelijke kunstenaars in de westerse kunstgeschiedenis. Camille Claudel is niet de enige vrouw die in de schaduw van een grote meester terecht is gekomen. Het is belangrijk haar verhaal in een breder perspectief te plaatsen en de mannelijk georiënteerde (kunst)geschiedenis eens grondig onder een vergrootglas te houden.

Tentoonstellingszaal Singer Laren, 2001
In de zomer van 2000 word ik door het Singer Museum in Laren gevraagd om een bijdrage te leveren aan de eerste retrospectieve tentoonstelling van Camille Claudel op Nederlandse bodem. Naast het schrijven van teksten, geef ik gedurende de expositie veel lezingen in een steeds weer uitverkocht Singer Theater. Het Nederlandse publiek is lyrisch over Camille Claudel. Haar naam staat in alle kranten en kunsttijdschriften, zij wordt genoemd op radio en televisie en menig bezoeker reist naar het Gooi om haar werken te bewonderen. De tentoonstelling wordt vanwege de grote belangstelling en waardering van het publiek zelfs met twee weken verlengd.

Nieuw licht op haar werk
In de daaropvolgende jaren houd ik mij op professioneel vlak bezig met doceren en verdiep mij bovendien in de Jungiaanse psychologie, mythologie en oude culturen. Deze kennis laat een nieuw licht schijnen op het oeuvre van Camille Claudel en ik ontdek dat zij diverse archetypes uit het collectieve onbewuste op een heel eigen wijze heeft verbeeld.

Een fraai voorbeeld is haar Clotho uit 1893. Zij is een van de drie schikgodinnen uit de klassieke oudheid. Clotho is de spinster van de levensdraad. De andere schikgodinnen zijn Lachesis (de verdeelster) die de spinklos beheert en Atropos (de onafwendbare) die de toebedeelde lengte van de levensdraad bepaalt. Claudel heeft een intrigerend beeld gecreëerd van Clotho als een oude, skeletachtige vrouw met slierten haar die om haar hoofd en lichaam slingeren. Deze overvloedige haardos is een onmiskenbaar symbool van vruchtbaarheid terwijl de oudere vrouw de verschillende levensstadia van de mens – de jeugd, de volwassenheid, de ouderdom en de dood – belichaamt. Daarmee is Claudels Clotho een fraaie weergave van de eeuwigdurende cyclus van het leven en resoneert het beeld volledig met de tijdgeest waarin Claudel leeft en het symbolisme hoogtij viert, net als de Art Nouveau.

Clotho
Clotho wordt enthousiast ontvangen en in 1895 krijgt Claudel de opdracht dit beeld in marmer uit te werken. In tegenstelling tot Rodin, die nooit in marmer heeft kunnen kappen, beheerst Claudel deze werkwijze volledig. In 1897 is haar marmeren Clotho gereed en twee jaar later wordt het beeld gepresenteerd op de jaarlijkse Salon met de bedoeling om na afloop in Musée de Luxembourg te worden geplaatst. In 1905 bevindt het beeld zich echter nog steeds niet in het museum. Bij navraag blijkt het in Rodins atelier opgeslagen te staan. Hij, die na haar vertrek in 1892 geen werk meer uit zijn eigen handen kon krijgen, zag het als een klap in zijn gezicht dat haar talent openlijk te zien zou zijn in een museum. Hoewel hij in 1905 belooft om het marmeren beeld naar het museum te brengen, is het daar nooit aangekomen en tot op de dag van vandaag is het beeld spoorloos verdwenen. Het enige dat er rest, is een foto uit 1913 die bewijst dat de marmeren Clotho daadwerkelijk heeft bestaan.

Eerherstel en erkenning
Het is niet de enige keer dat Claudel onrecht is aangedaan. Daarom wil ik haar recht doen met mijn biografie ‘Camille Claudel statuaire’ waarin ik een nieuw en helder licht laat schijnen over de gebeurtenissen in het leven van deze zeer getalenteerde vrouw, zodat Camille Claudel haar rechtmatige positie in de kunstgeschiedenis (terug)krijgt.

Aanvankelijk wilde ik deze biografie presenteren op haar honderdvijftigste geboortedag (8 december 2014) maar het leven kwam er op een stormachtige manier tussen waardoor het boek, nagenoeg voltooid, ligt te wachten totdat ik weer in staat ben om de pen op te pakken en de laatste woorden tot zinnen te weven. Ondertussen ben ik nooit gestopt met alle actualiteiten over Camille Claudel te volgen en wordt mij steeds duidelijker dat alles in ons leven een goddelijk plan heeft. Zo ook mijn biografie!

© Karin Haanappel | 1 december 2023
www.camilleclaudelstatuaire.nl 

Dit artikel is opgenomen in het boek Sterke Vrouwen uit de geschiedenis en het heden (2024). De tekst is gebaseerd op de biografie Camille Claudel statuaire en biedt tevens een voorproefje op het boek. Om mijn andere artikel voor het boek Sterke Vrouwen over De grote godin Isis te lezen, klik hier.